Werom

Epiloog: Elf steden en dertien ongelukken...

Terug naar deel 3

Het zal de oplettende dorpsbewoners niet ontgaan zijn, dat ondergetekende jongstleden pinkstermaandag weer alle moed bijelkaar had verzameld om te 11 steden opnieuw te gaan bedwingen.

Ongetwijfeld komen u de verhalen van een jaar geleden weer te boven. Hoe mijn maat en ik de strijd aanbonden. De strijd tegen de elementen, tegen de spierpijn maar vooral de strijd tegen ons zelf.

Na de mislukking van een jaar geleden nam ondergetekende zich voor om toch nog een keer de tocht te volbrengen. Anders zou ik daar mijn hele leven last van blijven houden. Immers, als een paard voor een hindernis weigert of als je een ongelukje met je auto veroorzaakt, moet je vooral doorzetten. Het paard weer over de hindernis sturen of direct weer achter het stuur kruipen. Met die wetenschap had ik wederom kaarten besteld voor de 240 kilometer lange tocht. Mijn maat had inmiddels besloten om zich terug te trekken. Dit omdat hij een grote 'fastfood' keten is begonnen en op pinkstermaandag andere bezigheden had.

Ik ga u niet uitgebreid vermoeien met het verloop van de tocht en ik maak er ook niet een vervolg verhaal van. Maar toch wil ik enkele woorden kwijt. Mede omdat een dorpsgenoot mij onderweg bemoedigend toesprak. Niet dat die dorpsgenoot ook meepeddelde, nee hij en zijn echtgenote trokken met de karavaan mee. En zo nu en dan kwam ik hen weer tegen, zaten ze langs de kant van het parcours of riepen mij toe vanaf een zonnig terrasje. Bij één van de laatste stempelplaatsen riep hij mij vrolijk toe: "Zo Piebe, dat is al heel wat kilometertjes verder dan vorig jaar! Dit wordt een heel ander verhaal!" Geweldig, dat dorpsgenoten je zo aanmoedigen. Tussen al die onbekende gezichten toch nog het feest der herkenning, dat gaf een geweldige stimulans.

En eigenlijk had hij ook gelijk, het was een heel ander verhaal. Het verhaal van een geweldige tocht. Prachtig weer en enthousiaste mensen. Een tocht door het beste van Friesland. Wat wonen wij in een geweldige provincie! Het is onbegrijpelijk dat er tijdens die tocht toch nog mensen zijn die zich opwinden, omdat ze even voor een brug moeten wachten, ze even door een stadje moeten lopen omdat het toch wat oponthoud geeft bij de stempelplaats. Mensen die niet kunnen genieten, die alleen maar denken aan hun gemiddelde snelheid, zodat ze tegenover hun kennissen kunnen opscheppen: "Zeven uur van start en om vijf uur binnen." Fantastisch natuurlijk, maar van Friesland hebben ze niets gezien! Niks gezien van de mooie wolkenluchten in het noorden, van de uitgestrektheid van de 'greidhoeke', waarschijnlijk de waterpoort gemist en niet genoten van de bossen van Gaasterland.

Ik begrijp dat soort mensen niet. Geef je je op voor een toertocht en vervolgens maakt men er een wedstrijd van. Pak dan op een rustige zaterdag je Koga Miyata en scheur dan met een noodgang langs de Friese elf steden. Dan heb je alle ruimte, hoef je nergens te wachten en ben je voor 11 uur 's ochtends weer binnen. Het was een ware belevenis en ik zou de tocht bij een ieder willen aanraden. Wil je eens iets moois meemaken, ga dan op pinkstermaandag langs de 11-steden en kom tot ontdekking dat Gaasterland het mooiste stukje van onze provincie is. Maar dat wist ondergetekende eigenlijk al lang...


Werom